Het incident begon met WhatsApp-berichten die afkomstig leken te zijn van Vigna, maar die vanaf een ander telefoonnummer werden verstuurd dan normaal. Dit wekte een zekere argwaan bij de executive, die besloot om de situatie toch iets verder te onderzoeken. Toen de oplichter vervolgens telefonisch contact opnam, wist hij Vigna's stem zeer overtuigend na te bootsen, wat de situatie nog ingewikkelder maakte.

De oplichter probeerde het verschil in telefoonnummer uit te leggen zodra hij aan de telefoon was, maar de executive bleef op zijn hoede. Om zeker te zijn van de identiteit van de beller, stelde de executive een controlevraag over een boek dat Vigna recent had aanbevolen. Dit bleek een slimme zet, want de oplichter kon de vraag niet beantwoorden, waardoor zijn poging om de executive te misleiden mislukte.

Dit incident onderstreept de noodzaak voor bedrijven om hun medewerkers beter te trainen in het herkennen van deepfake-fraude. De technologie achter deepfakes wordt steeds geavanceerder en kan zelfs ervaren professionals misleiden. Het is daarom cruciaal dat bedrijven proactieve maatregelen nemen om hun personeel te wapenen tegen dit soort technologische bedreigingen.

Het voorval bij Ferrari dient ook als een belangrijke waarschuwing voor andere bedrijven. Het benadrukt niet alleen de gevaren van deepfake-technologie, maar laat ook zien dat doeltreffende controlevragen essentieel zijn. Door medewerkers te trainen in het stellen van dergelijke vragen en hen bewust te maken van de signalen van mogelijke fraude, kunnen bedrijven zich beter beschermen tegen deze moderne vorm van oplichterij.

In een tijd waarin technologie zich razendsnel ontwikkelt, is het absolute noodzaak dat bedrijven niet achterblijven in hun beveiligingsmaatregelen. Het Ferrari-incident toont aan dat zelfs de meest geavanceerde fraude kan worden ontmaskerd met de juiste kennis en waakzaamheid.