Stellantis overweegt drastische stappen om boetes te vermijden

Stellantis staat voor een grote uitdaging in Europa. Met de strengere emissienormen die in 2025 van kracht worden, overweegt het bedrijf drastische stappen om te voorkomen dat het miljardenboetes moet betalen. Vanaf januari gaat de toegestane CO2-uitstoot voor autofabrikanten in de EU omlaag, en Stellantis lijkt geneigd om de productie van verbrandingsmotoren fors terug te dringen.
De Chief Operating Officer van Stellantis voor Europa, Jean-Philippe Imparato, heeft aangekondigd dat de autofabrikant al in november de productie van benzine- en dieselauto's kan gaan verminderen. Dit besluit komt voort uit de angst voor hoge boetes die opgelegd worden als autofabrikanten de vlootemissiedoelstellingen niet halen. Volgens de nieuwe wetgeving zal het gemiddelde emissiedoel voor Europese wagenparken in 2025 dalen van 115,1 g/km naar 93,6 g/km. Overschrijding van dit doel resulteert in een boete van €95 per gram te veel per auto, wat snel kan oplopen tot miljarden aan kosten voor grote fabrikanten zoals Stellantis.
Het bedrijf staat onder druk, aangezien elektrische voertuigen (EV’s) nog altijd een relatief klein deel van de Europese markt uitmaken. In de eerste negen maanden van 2023 maakten EV’s slechts 14,7% van de verkopen uit in de EU+EFTA+VK-regio. Ondanks deze bescheiden cijfers zet Stellantis in op een verhoogde productie van EV's om te voorkomen dat het te veel afhankelijk wordt van verbrandingsmotoren en daarmee riskeert boetes te moeten betalen.
De plannen van Stellantis passen binnen de bredere context van de EU, die vanaf 2030 de emissielimieten nog verder aanscherpt. Het uiteindelijke doel is om vanaf 2035 alleen nog voertuigen met nuluitstoot toe te staan, hoewel de deur open blijft voor alternatieve brandstoffen zoals synthetische brandstoffen en waterstof. Echter, of de infrastructuur daarvoor tijdig klaar zal zijn, blijft een grote vraag.