Max Verstappen en Charles Leclerc kregen onlangs straffen voor het gebruik van grove taal tijdens raceweekenden. Verstappen kreeg een taakstraf voor zijn uitspraak over een defect aan zijn auto in Bakoe, terwijl Leclerc een geldboete kreeg voor een soortgelijke uitlating over een rijsituatie in Mexico. De GPDA wijst erop dat er een onderscheid is tussen kwetsend vloeken en algemeen, alledaags taalgebruik. Ze benadrukken dat dergelijk taalgebruik soms wordt gebruikt om frustraties over bijvoorbeeld het weer of de raceauto te uiten, zonder natuurlijk de bedoeling iemand te beledigen.

Daarnaast uiten de coureurs hun onvrede over de hoge boetes die volgens hen niet passen bij de sport en het imago van de Formule 1 schaden. De GPDA heeft de FIA-voorzitter meerdere keren om duidelijkheid gevraagd over de besteding van deze boetegelden. Volgens de FIA wordt het geld deels gebruikt voor verbeteringen aan circuits en de training van marshals, maar exacte details blijven voor de rijders vooral onduidelijk

De vakbond herhaalt ook hun oproep aan FIA-voorzitter Mohammed Ben Sulayem om zijn eigen communicatiestijl richting de coureurs te heroverwegen. De rijders geven aan als volwassenen behandeld te willen worden en niet via de media aangesproken te willen worden over triviale regels. Ze vragen om financiële transparantie en een directe dialoog om gezamenlijk de sport te verbeteren.