Illinois Tech belooft doorbraak in waterstoftechnologie
Een recente ontwikkeling aan het Illinois Institute of Technology kan een aanzienlijke verandering teweegbrengen in hoe we onze auto's van brandstof voorzien. De universiteit zegt een nieuwe goedkope methode te hebben gevonden om water om te zetten in waterstof.
De kern van deze innovatie ligt in het gebruik van een verbeterde katalysator die goedkope en overvloedig beschikbare materialen zoals nikkel, kobalt en ijzer gebruikt. Deze grondstoffen vervangen dure en schaarse materialen zoals platina en iridium die momenteel gangbaar zijn. Deze nieuwe katalysator gaat bovendien tot 600 uur mee, wat een significante verbetering is ten opzichte van de huidige technologie waarbij een katalysator slechts enkele uren meegaat.
Een van de grootste voordelen van deze ontwikkeling is dat het de noodzaak voor een uitgebreide waterstofinfrastructuur kan verminderen. Auto-eigenaren zouden in principe hun voertuigen thuis kunnen 'tanken' met zelfgeproduceerde waterstof, waardoor de afhankelijkheid van tankstations afneemt. De productie en het transport van waterstof zou dus gecentraliseerd en geautomatiseerd kunnen worden. Dit zou niet alleen het gemak voor de gebruiker vergroten, maar ook de uitstoot van broeikasgassen verder kunnen reduceren.
Hoewel de ontwikkeling veelbelovend is is er nogsteeds veel energie nodig voor het produceren van waterstof. Het proces van het maken van waterstof is toegankelijker gemaakt voor thuisgebruik maar kost dus nog steeds veel energie. De vraag blijft of het niet efficiënter zou zijn om de energie direct te gebruiken voor het opladen van elektrische auto’s. Wel zijn de ontwikkelingen onderdeel van het realiseren van waterstof als gangbare brandstof in de toekomst.