Mercedes heeft besloten om het EQ-label voor elektrische auto’s uit te faseren en opnieuw te investeren in platforms voor verbrandingsmotoren. Dit is opvallend omdat het Duitse merk in 2019 juist aankondigde te stoppen met verdere investeringen in de verbrandingsmotor. Mercedes-CEO Ola Kallenius licht toe in een gesprek met Autocar dat er nog steeds vraag is naar verbrandingsmotoren. Hij zegt: ‘Als je niet verwacht dat de markt volledig elektrisch wordt, moet je alternatieven bieden. Dat betekent dat je zowel een elektrische als een verbrandingsvariant nodig hebt.’

Mercedes kiest hiermee voor een strategie die afwijkt van die van BMW. Volgens Kallenius heeft een merk twee platforms nodig: één voor verbrandingsmotoren (al dan niet met elektrificatie) en één voor volledig elektrische voertuigen. Elektrische platforms hebben volgens hem voordelen, zoals betere ruimtebenutting, omdat ze alleen een elektromotor en een accu tussen de wielen hebben.

Hoewel elektrische platforms voordelen bieden, ziet Mercedes dat de markt nog niet volledig klaar is voor een volledig elektrische overstap. Het merk merkt op dat de verkoop van auto’s met verbrandingsmotoren nog steeds aanzienlijk is. De overstap naar elektrische voertuigen verloopt volgens Kallenius trager dan verwacht. Slechts 12,5 procent van de verkochte Mercedessen is nu elektrisch, terwijl Mercedes eerder hoopte dat dit 25 procent zou zijn.

Naast de investering in verbrandingsmotoren gaat Mercedes stoppen met het gebruik van het EQ-label voor hun elektrische modellen. Dit betekent echter niet dat het merk stopt met elektrische auto’s. In plaats daarvan krijgen elektrische modellen dezelfde naamgeving als hun tegenhangers met verbrandingsmotoren. Zo zal de elektrische G-Klasse niet langer ‘EQG’ heten, maar simpelweg ‘G580’, met als belangrijkste verschil dat deze uitvoering elektrisch is. Het EQ-label wordt gefaseerd afgebouwd, maar de huidige modellen blijven voorlopig nog gewoon beschikbaar in de showrooms.