Sterke groei, maar langzamer dan voorheen
In 2024 steeg het aantal publieke laadpunten met 25 procent, blijkt uit de nieuwste voortgangsrapportage van de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL). Er komen nog steeds gemiddeld 1.600 nieuwe laadpunten per maand bij, wat betekent dat de grens van 200.000 laadpalen eind 2025 haalbaar is. Toch ligt het plaatsingstempo lager dan in voorgaande jaren: in 2023 kwamen er nog 1.900 laadpalen per maand bij. Volgens de NAL komt dit onder meer door opstartproblemen bij nieuwe aanbestedingen en een tekort aan installateurs, vooral in Noord-Nederland.

Druk op het stroomnet
Een andere rem op de groei is de overbelasting van het elektriciteitsnet. Met name in de regio’s Utrecht, Gelderland en Flevoland zijn de netten aan hun maximale capaciteit. Dit maakt het moeilijk om nieuwe laadpalen te plaatsen, zeker op bedrijventerreinen waar ook steeds meer elektrische bestelwagens en vrachtwagens geladen moeten worden. Sommige bedrijven krijgen daar zelfs geen nieuwe aansluiting meer.

Toch ziet de NAL ook kansen: door laadpalen slim aan te sturen op tijdstip en gebruik, bijvoorbeeld met flexibel laden, kan de laadinfrastructuur bijdragen aan een stabieler elektriciteitsnet.

Snelladen wint terrein
Ondanks de zorgen is er ook positief nieuws. Nederland telt inmiddels 5.800 snellaadpunten op ruim 1.200 locaties. Daar komen steeds vaker krachtige laders van 350 kilowatt of meer te staan. Dat is gunstig voor de doorstroming en wachttijd, want moderne elektrische auto’s kunnen in steeds kortere tijd flink bijladen.

Meer monteurs nodig
Nederland blijft Europees koploper als het gaat om de dekking van publieke laadpalen. Toch zijn extra handen nodig om de vaart erin te houden. De Human Capital Agenda Laadinfrastructuur probeert via opleidingen meer monteurs klaar te stomen.

Wie dus een zoon of dochter thuis heeft zonder duidelijke carrièreplannen, weet nu misschien een richting: laadpaalmonteur worden. Werk is er genoeg.