Een innovatief stijlicoon: de Mercedes-Benz 300 SL
De Mercedes-Benz 300 SL is misschien wel het meest herkenbaar aan zijn iconische vleugeldeuren. Het verhaal van de sportieve 300 SL kent zijn oorsprong in 1952 en was voor zijn tijd een waar innovatief meesterwerk. De motor met zes cilinders, brandstofinjectie en een ongekend licht frame maakten de 300 SL erg vooruitstrevend voor zijn tijd.
Geboren uit competitie
Net als bij zoveel bekende sportauto's ligt de oorsprong van de 300 SL bij het circuit. Dit begon allemaal in 1952 bij de W195 series 300 SL, een auto die werd geproduceerd om mee te doen aan de grootste internationale races. De W195 veroverde de eerste en tweede plek bij de 24 uur van Le Mans en kende grote successen bij deelname aan de Mille Miglia en de Carrerra Panamericana.
De successen die door de 300 SL werden geboekt waren te danken aan twee factoren. Allereerst ontleende de 300 SL zijn vermogen aan een 3 liter zes-in-lijn benzinemotor. Deze motor gebruikte Mercedes ook in andere 300-series sedan en limousine modellen. Wat de zescilinder bij de 300 SL speciaal maakte is dat deze 50 graden naar links helde. Door deze aanpassing paste de motor onder de lange elegante motorkap én werd het zwaartepunt van de auto verlaagd. Dit lagere zwaartepunt kwam uitstekend van pas bij een auto die bij uitstek werd gebouwd om te racen.
Om het vermogen van de zescilinder tot zijn recht te laten komen was het belangrijk dat de 300 SL zo licht mogelijk was. Mercedes ingenieur Rudolf Uhlenhaut ontwikkelde een frame gemaakt van dunne buizen dat maar 50 kilo woog. Juist dit frame was verantwoordelijk voor het meest iconische kenmerk van de 300 SL: de vleugeldeuren. Het lichte frame bood optimale stijfheid en een ontzettend licht frame maar kende één nadeel: de deuren konden niet worden opgehangen zoals bij reguliere auto's. Door het frame was de instapdrempel van de auto te hoog en hier moest door de ingenieurs van Mercedes iets op worden bedacht. Zij losten dit probleem op met de introductie van opzwaaiende vleugeldeuren.
Productieauto
Door het prachtige design en het sportieve succes van de 300 SL werd in 1954 besloten de auto op de markt te brengen. De oorsprong van dit idee ligt in Amerika,
zou de Amerikaanse importeur Maximilian Hoffman hebben gezegd. In september 1953 lukte het Hoffman de Raad van Bestuur van Daimler-Benz te overtuigen om een productieversie van de succesvolle 300 SL te gaan bouwen. Slechts vijf maanden later maakte de vernieuwde productieversie van de 300 SL zijn internationale debuut op de New York autoshow. De nieuwe productieversie had iets dat de originele circuit variant miste: brandstofinjectie. Deze overstap van carburateurs naar brandstofinjectie zorgde voor een efficiënter brandstofverbruik en meer vermogen. De nieuwe motor produceerde 215 PK en kon hierdoor in 8 seconden optrekken van 0 naar 100 km/u. Met een maximale snelheid van 250 km/u was de 300 SL de snelste productieauto uit zijn tijd. Ook de productieauto was uitgerust met de iconische vleugeldeuren om de auto zo stabiel en licht mogelijk te houden.
Tijdloos
Tussen 1954 en 1957 produceerde Mercedes-Benz 1.400 300SL Coupés. De auto werd een stijlicoon en fungeerde als symbool van succes voor de aller rijksten van onze planeet. Ongeveer 70 jaar na dato heeft de 300 SL zijn charme verre van verloren. Het innovatieve en stijlvolle karakter van de Duitse racemachine wordt tot op de dag van vandaag door menig autoliefhebber bewonderd. De status van de 300SL werd in 2022 nog eens bevestigd toen er één onder de hamer ging voor meer dan 6 miljoen euro. Dit betrof een Alloy-variant, van dit type SL zijn er maar 29 geproduceerd. De normale variant van de 300 SL is doorgaans ongeveer 1.5 miljoen euro waard.