Plannen voor kilometerheffing lijken stil te verdwijnen
De invoering van rekeningrijden, een kilometerheffing voor automobilisten, lijkt langzaam van de politieke agenda te verdwijnen. Terwijl de Nederlandse regering worstelt met financiële uitdagingen en druk vanuit Europa, blijft het wetsvoorstel voor Betalen naar Gebruik al maanden onaangeroerd. Ondertussen groeit de behoefte aan hervorming van autobelastingen om het verlies aan inkomsten door elektrische auto's te compenseren.
Kilometerheffing, oftewel Betalen naar Gebruik, stond ooit hoog op de politieke agenda, maar lijkt nu een stille dood te sterven. Waar het vorige kabinet-Rutte IV nog hoopte om de Tweede Kamer te laten stemmen over het voorstel, ligt het wetsvoorstel inmiddels maanden stil op de betrokken ministeries van Infrastructuur en Financiën. De val van het kabinet en de veranderde politieke situatie hebben ertoe geleid dat rekeningrijden, zoals het ook wel genoemd wordt, op de plank is gelegd. Na de val van het kabinet werd het zelfs controversieel verklaard door de Tweede Kamer, wat betekende dat er sindsdien geen verdere stappen zijn ondernomen.
Ook bij de huidige politieke partijen lijkt er weinig animo te zijn om het wetsvoorstel weer op te pakken. In het conceptakkoord van de nieuwe coalitiepartijen – waaronder PVV, VVD, NSC en BBB – wordt geen melding gemaakt van de kilometerheffing. Bovendien stemde de Kamer afgelopen zomer met een kleine meerderheid in met een oproep van de SP om geen enkele vorm van rekeningrijden in te voeren. Dit maakt het onwaarschijnlijk dat het wetsvoorstel in de nabije toekomst weer op tafel komt.
Het stopzetten van de plannen heeft echter financiële gevolgen voor Nederland. Het kabinet riskeert namelijk tot 600 miljoen euro mis te lopen uit het Europese coronaherstelfonds. De kilometerheffing werd eerder gepresenteerd als een van de hervormingen om aanspraak te maken op de in totaal 5,4 miljard euro die voor Nederland beschikbaar is. Om dit geld toch binnen te halen, moet het ministerie van Financiën nu op zoek naar alternatieve hervormingen van de autobelastingen, die goedgekeurd kunnen worden door de Europese Commissie.
Naast de dreigende Europese financiële verliezen wordt Nederland ook geconfronteerd met een daling van de belastinginkomsten uit de autobelastingen. De opkomst van elektrische auto's, vaak gestimuleerd door overheidssubsidies, heeft ervoor gezorgd dat de accijnzen op brandstoffen zoals benzine en diesel steeds minder opbrengen. Bovendien profiteren elektrische voertuigen nog steeds van kortingen op wegenbelasting en aanschafbelasting. Dit zorgt ervoor dat de overheid naar alternatieve manieren moet zoeken om het gat in de begroting te dichten.
De vraag is nu hoe de coalitiepartijen deze dalende inkomsten willen compenseren. In het conceptakkoord is al te lezen dat de "elektrische rijder eerlijk moet bijdragen" om de belastingopbrengsten op de lange termijn op peil te houden. Toch is onduidelijk hoe dit precies vorm gaat krijgen. Partijen zoals PVV en BBB zijn fel tegenstander van rekeningrijden, maar hebben geen duidelijk alternatief gepresenteerd. VVD en NSC daarentegen lijken achter het idee te staan dat elektrische rijders meer moeten bijdragen om het gat in de schatkist te dichten.
Volgens VVD-Kamerlid Wendy van Eijk moet de last eerlijk verdeeld worden: "Steeds meer mensen rijden elektrisch, en dat is goed. Maar om te zorgen dat de lasten niet alleen bij diesel- en benzinerijders komen te liggen, moet er iets veranderen. Iedereen moet betaalbaar kunnen blijven autorijden."
Het lijkt erop dat de discussie over de toekomst van autobelastingen begin volgend jaar weer zal oplaaien, wanneer Nederland een alternatief plan aan Brussel moet presenteren om aanspraak te blijven maken op de coronagelden. Tot die tijd blijft de vraag hoe Nederland de belastingopbrengsten kan behouden zonder de plannen voor kilometerheffing uit de ijskast te halen.
Bron: De Telegraaf