De bouw van de Phantom Goldfinger nam meer dan drie jaar in beslag, waarbij elk detail zorgvuldig werd uitgekozen om een verbinding te maken met de film. Zo zit er in het middenconsole een massieve goudstaaf van 18 karaat, in de vorm van een sculpturale ‘Speedform’ die het silhouet van de auto verbeeldt. Ook het dashboard kreeg speciale aandacht; de handgemaakte inleg toont de topografie van de Zwitserse Furkapas, waar Bond Goldfinger achtervolgde, in glanzende gouden accenten.

Naast het goud in het interieur en exterieur is de auto uitgerust met talrijke andere filmreferenties. De exclusieve Starlight headliner laat de sterrenhemel zien zoals deze op 11 juli 1964 was, de dag dat de laatste scènes in Zwitserland werden gefilmd. Verder zijn in het interieur en de kofferbak subtiele 007-elementen verwerkt, zoals een gouden golfputter en een projectie van het 007-logo. Zelfs de nummerplaat, AU1 – een verwijzing naar het symbool voor goud – is specifiek voor deze auto verkregen.

Het resultaat is een werkelijk unieke Phantom met meer goud dan Rolls-Royce ooit in een auto heeft verwerkt, en die volgens Rolls-Royce nooit meer in deze vorm zal worden herhaald. Deze speciale Phantom wordt beschouwd als een van de meest gedetailleerde en luxe creaties van Rolls-Royce Bespoke, die de rijke geschiedenis van de automaker en de filmwereld op ingenieuze wijze samenbrengt.