Het tij is gekeerd: elektrisch rijden duurder dan op benzine
Elektrisch rijden was jarenlang goedkoper dan benzine rijden, maar die tijd lijkt voorbij toch echt voorbij te zijn. Door torenhoge afschrijvingen en de invoering van motorrijtuigenbelasting vanaf 2025, dreigt de overstap naar duurzame mobiliteit te vertragen. Daar komt bij dat het steeds sneller kunnen laden aan de snelwegen, gepaard gaat met hogere kosten per kWh. De ANWB waarschuwt dat dit de verduurzaming van het Nederlandse wagenpark belemmert.
De nieuwste berekeningen uit de Elektrisch Rijden Monitor van de ANWB laten zien dat een kilometer rijden in een elektrische auto inmiddels gemiddeld 76 cent kost. Dit is 9 cent duurder dan rijden in een benzineauto. De ANWB rekende hiervoor met een elektrische auto van gemiddeld 46.000 euro, waarbij vier jaar lang 15.000 kilometer per jaar wordt gereden. Factoren zoals afschrijving, verzekering, onderhoud, laden of tanken, banden en wegenbelasting werden meegenomen.
Hoge afschrijving en rijtuigenbelasting de boosdoener
De hogere kosten worden vooral veroorzaakt door versnelde afschrijving en de aanstaande motorrijtuigenbelasting voor elektrische auto’s. “Elektrische auto’s schrijven harder af dan verwacht en zeker harder dan benzineauto’s,” stelt ANWB-directeur Marga de Jager. Een Fiat 500e, drie jaar geleden nog bijna 40.000 euro, is nu bij inruil slechts 17.000 euro waard. Of de welbekende Porsche Taycan, die pak en beet makkelijk 20.000 euro per jaar afschrijft bij de instapmodellen.
Ook de motorrijtuigenbelasting zal zwaar drukken op ev-rijders. Nu betalen zij nog geen belasting, maar vanaf januari wordt dit 25 procent van het reguliere tarief en vanaf 2026 zelfs 75 procent. Over vijf jaar is er geen enkele korting meer. Omdat elektrische auto’s door de zware batterijen gemiddeld 400 kilo meer wegen dan benzineauto’s, zal de belasting nóg hoger uitvallen. De Bovag berekende dat een elektrische Volkswagen ID.3 per kwartaal 60 euro meer wegenbelasting kost dan een olie slurpende VW Golf, toch ook niet de meest onzuinige auto.
Het aandeel elektrische auto’s op de Nederlandse wegen groeit dan ook langzaam. Dit jaar werden 115.000 elektrische voertuigen verkocht, wat neerkomt op één op de drie nieuwe auto’s. Toch groeide het marktaandeel slechts 3 procent. Volgens De Jager wordt de overgang naar elektrisch rijden geremd: “De afbouw van stimuleringsmaatregelen, zoals de wegenbelastingkorting, gaat te snel in verhouding tot de grote investeringen die nodig zijn bij de aanschaf van een elektrische auto.”
De ANWB pleit voor maatregelen die elektrisch rijden aantrekkelijk houden. Het schrappen van de aanschafsubsidie in 2025 en het niet compenseren van het hogere gewicht met korting op de wegenbelasting zorgen voor onzekerheid bij autokopers. “De overheid wil CO₂-uitstoot terugdringen, maar maakt elektrisch rijden juist duurder,” aldus De Jager.
Zonnepanelen bieden een uitkomst
Is het dan allemaal negatief (of positief voor de petrolheads onder ons)? Dat hoeft zeker niet. Wie zonnepanelen heeft en thuis kan opladen, bespaart nog steeds fors. Daarnaast komen steeds meer betaalbare elektrische auto’s op de markt. Vorig jaar waren er zeven modellen onder de 35.000 euro; inmiddels zijn dat er al zestien. Ook daalt het prijsverschil tussen wat Nederlanders willen betalen voor een ev (gemiddeld 34.500 euro) en de huidige gemiddelde prijs (46.000 euro).
De randvoorwaarden voor elektrisch rijden blijven goed. Nederland beschikt over een dicht netwerk van laadpalen en jongeren tonen grote interesse in elektrisch rijden, ook al hebben ze daar momenteel nog niet het budget voor. “De toekomst ligt bij elektrische auto’s, maar nu betalen de koplopers de prijs voor de doorontwikkeling van de technologie,” besluit De Jager.