De gemiddelde prijs voor een nieuwe personenauto steeg in 2024 naar ruim 48.000 euro, terwijl een elektrische auto gemiddeld 52.500 euro kostte. Dit maakt het voor veel particulieren financieel onaantrekkelijk om een nieuwe auto te kopen. Ter vergelijking: in 2023 lag de prijs voor een middenklasseauto gemiddeld 46.235 euro. Door deze stijgingen zoeken particulieren hun toevlucht steeds vaker bij occasions, die qua prijs aantrekkelijker blijven.

Omdat Nederlanders langer blijven doorrijden in hun oude auto’s, stijgt de gemiddelde leeftijd van het wagenpark. In 2024 was een Nederlandse auto gemiddeld 12 jaar oud, met 27 procent van de voertuigen ouder dan 15 jaar. Tien jaar geleden was dat slechts 17 procent. Hierdoor groeit de tweedehandsmarkt aanzienlijk, terwijl de verkoop van nieuwe auto’s vooral afhankelijk blijft van zakelijke kopers.

Elektrische auto’s waren in 2024 goed voor 40 procent van de nieuwverkopen, maar dit marktaandeel komt vooral door zakelijke rijders. Bedrijven proberen hun CO2-uitstoot te beperken en maken gebruik van de lagere bijtelling voor elektrische leaseauto’s. Het aandeel van particulieren in de verkoop van elektrische voertuigen blijft dalen, mede door het verdwijnen van de SEPP-subsidie en de invoering van wegenbelasting voor elektrische auto’s.

De introductie van betaalbare elektrische modellen, zoals de Renault R5 en VW ID.2, kan volgens ING de situatie verbeteren. Bovendien blijven de prijzen van batterijen dalen, wat de kosten van elektrische voertuigen uiteindelijk naar beneden moet brengen. Thuisladen blijft daarnaast een goedkope optie voor EV-rijders: met een eigen laadpaal kost elektrisch rijden ongeveer 4 euro per 100 kilometer, vergeleken met bijna 12 euro bij snelladen langs de snelweg.