Forse prijsdaling op oliemarkt
Een vat West Texas Intermediate (WTI) werd donderdag bij sluiting verhandeld voor 66,95 dollar, een daling van 6,6 procent. Daarmee werd het de sterkste daling op dagbasis sinds juli 2022. Ook Brentolie, de Europese maatstaf, daalde met zes procent tot 70,42 dollar.

Volgens beleggingsexpert Jacob Falkencrone van Saxo Bank zijn de zorgen over de Amerikaanse economie de voornaamste reden voor de daling. “Het gemiddelde effectieve tarief op importen stijgt bijna 19 procentpunten, wat leidt tot hogere kosten, lagere marges en een verhoogd risico op een recessie,” stelt hij. “Dit is niet alleen een Amerikaans probleem, maar een wereldwijd risico voor economische groei.”

OPEC+ versnelt productie-opvoering
Tegelijkertijd besloot het oliekartel OPEC+ – onder leiding van Saudi-Arabië en Rusland – de olieproductie vanaf 1 mei met 411.000 vaten per dag te verhogen. Acht landen binnen het kartel zijn het daar donderdag over eens geworden. Deze stap maakt deel uit van een breder plan om eerdere productieverlagingen van in totaal 2,2 miljoen vaten per dag geleidelijk af te bouwen.

OPEC+ noemt “gezonde marktfactoren” en “positieve marktvooruitzichten” als aanleiding voor de verhoging. Tegelijkertijd benadrukken de olielanden dat de verhogingen tijdelijk kunnen worden gepauzeerd of teruggedraaid, mocht de markt opnieuw instabiel worden.

Interne spanningen en politieke druk
Volgens bronnen van persbureau Bloomberg speelde ook interne frustratie binnen het kartel een rol. Onder meer Kazachstan zou zich herhaaldelijk niet aan de afgesproken productiequota hebben gehouden. Daarnaast zou politieke druk van president Trump invloed hebben gehad, omdat de Amerikaanse regering wil dat de olieprijs daalt.

OPEC bestaat uit dertien landen, waaronder Iran, Irak, Koeweit en de Verenigde Arabische Emiraten, en werkt regelmatig samen met andere olieproducerende landen in het OPEC+-verband.

Vooruitzichten: tussen hoop en onzekerheid
Volgens analisten van Ritterbusch & Associates zal de focus de komende weken liggen op de wereldwijde groeivertraging. Verschillende banken en instellingen stellen hun economische verwachtingen neerwaarts bij, wat ook de vraag naar olie onder druk kan zetten.

Toch is niet iedereen pessimistisch. Barclays verwacht dat de olieprijs zich voorlopig tussen de 70 en 80 dollar zal stabiliseren, mede omdat olie- en gasimporten zijn vrijgesteld van de nieuwe Amerikaanse tarieven. De marktvraag mag dan iets dalen, maar ook het aanbod blijft relatief krap, wat prijsherstel op termijn mogelijk maakt.

Voor automobilisten betekent de huidige prijsdaling in ieder geval kans op goedkopere brandstof. Of dit daadwerkelijk aan de pomp merkbaar wordt, hangt af van hoe lang de prijsdaling aanhoudt en hoe snel pomphouders reageren.