Accijnsvoordeel op de tocht
In 2022 verlaagde het kabinet de brandstofaccijnzen tijdelijk vanwege de torenhoge prijzen na de Russische inval in Oekraïne. Die regeling loopt eind dit jaar af. Als er geen verlenging komt, stijgt de benzineprijs per 1 januari met 25,8 cent per liter, aldus minister Barry Madlener (PVV, Verkeer). Volgens het AD zorgen deze nieuwe cijfers voor grote onrust in de coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB.

En dat is nog niet alles. In 2027 en 2030 volgen nog eens twee prijsstijgingen door strengere Europese regels voor brandstofleveranciers. Alles bij elkaar kan dat de pompprijs met bijna 50 cent opdrijven.

Politieke spagaat
De rechtse coalitie wil burgers meer koopkracht geven, maar moet tegelijkertijd fors bezuinigen. Terugdraaien van de accijnsverhoging kost 1,6 miljard euro, geld dat elders moet worden gevonden. Geen van de coalitiepartijen heeft lagere brandstofprijzen als speerpunt genoemd, al erkennen ze dat het onderwerp belangrijk is.

Minister Madlener erkent het probleem: “Mobiliteit moet betaalbaar blijven, voor iedereen. We zien dat onder druk staan, die zorgen delen we zeker.” Kamerlid Olger van Dijk (NSC) waarschuwt bovendien dat vooral mensen met een kleine beurs afhankelijk zijn van hun auto.

Pas laat knopen doorgehakt
Hoewel VVD-leider Dilan Yesilgöz heeft aangegeven dat de brandstofprijzen ‘op tafel’ liggen tijdens de voorjaarsgesprekken, verwachten betrokkenen dat er pas richting Prinsjesdag een besluit komt. Coalitiepartijen willen niet nu al toezeggingen doen, uit angst dat ze andere wensen moeten laten varen.

Tijdelijke daling, structurele zorgen
De brandstofprijzen zijn recent iets gedaald door een gunstige dollarkoers, maar volgens het AD zijn die lagere prijzen tijdelijk. Zonder nieuw kabinetsbeleid lijkt tanken vanaf 2026 fors duurder te worden. En dat zal voelbaar zijn aan de pomp – én in de peilingen.

Bron: AD