De legendarische Volvo V50: wat maakte deze auto zo'n succes?
Het is zo'n twintig jaar geleden dat de Zweedse Volvo V50 voor het eerst in de Nederlandse schijnwerpers stond, en met succes. De compacte station was een hit en verkocht bijna 40.000 exemplaren.
De Volvo V50 werd voor het eerst aan de wereld tentoongesteld tijdens de Bologna Motor Show in 2003. Een half jaar later kwam de station op de markt en deze bleef tot 2012 in productie. De V50 had een grote hoeveelheid aan opties voor zowel de krachtbron en het interieur en exterieur. De motoren varieerden van 100 tot 220 pk. De T5, die nog steeds legendarisch is en door vele andere fabrikanten werd gebruikt, was met zijn vijfcilinder turbo, die 220 pk en 340 nm leverde, de kerst op de taart.
De populariteit van de V50 was niet enkel door zijn veiligheid maar dus ook door, zoals hierboven genoemd, het grote aanbod van motoren. Zo was de 2,0-liter diesel motor het populairst door zijn grote hoeveelheid koppel die bij een laag toerental al zijn werk deed. Het onderstel, dat samen met Mazda en Ford was ontwikkeld, zorgde voor een plezierig en sportief rijgedrag, wat belangrijk was voor de lange ritten. Het gedeelde onderstel was wel een interessante keuze van Volvo. Zij wilden met de V50 in de middenklasse gaan opereren, maar bleef door deze keuze hangen in de compacte middenklasse. De ford Focus en Mazda 3 deelden immers dezelfde basis.
De V50 kreeg in 2007 een facelift waarbij de auto vooral een wat strakker uiterlijk kreeg. De koplampen werden strakgetrokken, de stootstrips weggehaald en de achterbumper werd strakker. Toch namen de verkoopcijfers iets af in 2007. Misschien dat de facelift versie toch minder in de smaak viel dan de pre-facelift variant. Alsnog scoorde de Volvo goed in Nederland en stond het merk qua verkoopcijfers zelf in de top 10. Het model werd het meest verkocht in 2005, daarna begonnen de cijfers lichtjes af te nemen.
Volvo deed er na het succes van de V50 nog een schepje bovenop door de ietwat grotere V60 uit te brengen. Dit grotere broertje werd geleverd met een variërend aanbod van vier, vijf- en zescilindermotoren in zowel benzine als dieselvariant. De T5 werd ingewisseld voor een sterkere T6 AWD versie. Een zescilinder turbo met 300 pk en vierwielaandrijving. Polestar nam vervolgens de auto onder handen en perste hier nog eens 67 pk meer uit, wat eindigde op een vermogen van 367 pk. Door deze aanpassingen kon de Volvo zich eindelijk in een hoger segment plaatsen dan zijn voorganger. De Volvo ging vanaf dat moment de strijd aan met onder andere de BMW 3-serie, Mercerdes C-klasse en de Audi A4.