BMW verzet zich tegen een groep ondernemers die bijna 300 BMW's willen verkopen die zijn geborgen van het in brand gevlogen transportschip de Fremantle Highway, zo meldt The Northern Times. Bijna een jaar geleden kwam het schip in het nieuws toen het in brand vloog terwijl het op de Waddenzee voer. Aan boord van het schip waren bijna 3.800 voertuigen, waarvan 498 elektrisch. De brand verwoestte honderden splinternieuwe auto's en eiste zelfs het leven van een matroos.

Niet alle voertuigen aan boord werden echter volledig vernietigd; verschillende BMW's kwamen er ongeschonden vanaf. Nadat een Taiwanese verzekeringsmaatschappij de voertuigen te koop aanbood, kocht een groep bedrijven uit Rotterdam ze op. De bedrijven hadden als doel de auto's met winst door te verkopen. Als reactie hierop spande BMW een kort geding aan tegen de bedrijven om zo de verkoop van de auto's te voorkomen.

De autofabrikant uit München zegt dat het deze voertuigen niet verkocht wil zien worden omdat ze een veiligheidsrisico kunnen vormen. BMW is ook bang voor reputatieschade mocht er iets gebeuren met klanten die deze voertuigen kopen. Hoewel de auto's ongeschonden lijken, zouden ze onzichtbare schade kunnen hebben opgelopen waardoor essentiële functies (zoals veiligheidsvoorzieningen en mechanica) niet goed werken.

De groep die de voertuigen heeft gekocht heeft nu de rechtbank in Den Haag benaderd in een poging het kort geding op te schorten zodat zij de BMW's alsnog kunnen verkopen. Zij beweren dat de auto's geen schade hebben opgelopen en merken op dat "er alleen roet op de auto's zat."

Volgens een advocaat van BMW zijn "De risico's die kleven aan de auto's enorm". Het Duitse merk betoogt dat de brand de bedrading, metalen onderdelen, lak en andere componenten heeft aangetast, waardoor deze voertuigen ongeschikt zouden zijn voor de openbare weg. Interessant genoeg hebben rivaliserende merken Audi en Mercedes hun auto's van de Fremantle Highway laten recyclen - een niet ongebruikelijke praktijk voor voertuigen op gezonken schepen.