Groot-Brittannië kiest voor goedkope Chinese elektrische auto's
Terwijl Amerika en Europa strengere maatregelen treffen tegen Chinese elektrische voertuigen (EV's), kiest Groot-Brittannië voorlopig een andere weg. De Britse regering verwelkomt de goedkope Chinese auto's.
In de chique wijk Mayfair in Londen, niet ver van Berkeley Square, heeft de Chinese EV-fabrikant BYD vorig jaar een showroom geopend. Aan de overkant van de straat bevindt zich al sinds 1932 een showroom van Rolls-Royce. BYD lijkt te profiteren van deze prestigieuze locatie, maar de echte aantrekkingskracht ligt in de betaalbaarheid van hun voertuigen. Een van hun modellen, de Dolphin, kost in Groot-Brittannië £25.000, wat neerkomt op ongeveer €29.000. In China wordt dezelfde auto echter verkocht voor net iets meer dan €11.500, wat aangeeft dat er ruimte is voor prijsdalingen in Europa.
De populariteit van Chinese EV's neemt snel toe in Groot-Brittannië. Het marktaandeel van Chinese merken is gestegen naar 10% van de nieuwe EV-verkoop, vergeleken met 3-4% vijf jaar geleden. Dit aandeel zal naar verwachting verder groeien, vooral omdat veel Westerse merken hun productie naar China verplaatsen. Voor Britse consumenten zijn de betaalbare Chinese auto's een welkom alternatief, zeker nu de overheid inzet op een snelle overstap naar elektrische mobiliteit om de klimaatdoelstellingen te halen.
In tegenstelling tot Amerika en de Europese Unie, die hoge tarieven instellen om Chinese auto's te weren en hun eigen industrie te beschermen, kiest Groot-Brittannië voorlopig niet voor dergelijke protectionistische maatregelen. De Britse Labour-regering heeft aangegeven geen plannen te hebben om Chinese EV's te onderzoeken of tarieven in te voeren. Een van de redenen hiervoor is de angst voor vergeldingsmaatregelen van China, dat een belangrijke afzetmarkt is voor luxe Britse automerken als Rolls-Royce en Bentley.
Hoewel er zorgen zijn over de veiligheid van Chinese auto's vanwege de grote hoeveelheid data die ze verzamelen, is het voor Groot-Brittannië belangrijker dat deze voertuigen concurrerend zijn. Net als bij andere elektronische apparaten vertrouwen Westerse regeringen erop dat Chinese fabrikanten geen risico's nemen die hun commerciële belangen zouden schaden. Voorlopig lijkt Groot-Brittannië dus te kiezen voor een open markt, ondanks de potentiële risico's die dit met zich meebrengt.