Volkswagen stopt na 40 jaar met Polo-productie in Spanje
Na meer dan vier decennia stopt de productie van de Volkswagen Polo in Spanje. De fabriek in Pamplona maakt plaats voor elektrische auto's, terwijl de Polo vanuit Zuid-Afrika naar Europa blijft komen.
In maart 1984 werd de eerste Volkswagen Polo geproduceerd in de Spaanse fabriek in Pamplona. Maar op 2 juli 2024 kwam er een einde aan dit tijdperk, toen het laatste model van de band rolde. De Europese Polo-productie wordt nu verplaatst naar Zuid-Afrika, waar ook de Polo Vivo, een opgefriste versie van een oudere generatie, wordt geproduceerd. Hoewel de productie in Spanje stopt, blijft de Polo nog steeds beschikbaar op de Europese markt.
De fabriek in Pamplona, officieel Volkswagen Navarra genoemd, stopt niet omdat de Polo minder populair is, maar om plaats te maken voor de productie van nieuwe elektrische modellen. In de toekomst zullen hier elektrische compacte cross-overs van zowel Volkswagen als Skoda worden gebouwd. Skoda heeft al een voorproefje gegeven van hun aankomende elektrische model, de Epiq. Volkswagen houdt zijn elektrische plannen nog grotendeels onder de pet, maar er komt een broertje van de ID2, die een elektrische opvolger van de T-Cross moet worden. De T-Cross en Taigo blijven voorlopig nog naast de elektrische modellen geproduceerd worden.
De fabriek in Martorell, eigendom van Seat, wordt eveneens omgevormd voor elektrische productie. Hier zullen onder andere de Volkswagen ID2 en de Cupra Raval worden gebouwd, beide gebaseerd op het MEB Entry-platform. Dit platform is een kleinere, goedkopere versie van het bestaande MEB-platform dat gebruikt wordt voor grotere elektrische auto's zoals de Volkswagen ID3 en ID4.
In totaal heeft de fabriek in Pamplona meer dan 8,4 miljoen Polo's geproduceerd. Het laatste model was een eenvoudige Life-uitvoering, uitgerust met een 1.0 TSI-motor van 95 pk en een handgeschakelde vijfversnellingsbak, een bescheiden afscheid voor een icoon.