Gerechtshof in Den Haag laat Shell vrijuit gaan in klimaatzaak
Het Gerechtshof in Den Haag heeft Shell vrijgesteld van de verplichting om zijn uitstoot van broeikasgassen met 45 procent te verlagen voor 2030, een eis die in het vonnis van 2021 werd vastgelegd. Milieudefensie had destijds de zaak tegen Shell aangespannen en gewonnen, met als doel om een directe bijdrage aan de wereldwijde klimaatdoelen af te dwingen. Deze uitspraak is voor de milieuorganisatie dan ook een grote tegenslag.
De kern van het vonnis van 2021 draaide om Shell's verantwoordelijkheid voor de uitstoot door zijn eigen productieprocessen én die van klanten die Shell-producten gebruiken. Shell werd destijds verplicht om ook de indirecte uitstoot te verlagen, maar het Hof oordeelt nu dat die verantwoordelijkheid primair bij overheden ligt, die zelf bepalen hoe ze de klimaatdoelen willen halen. Het Hof onderstreept echter wel dat Shell, net als andere grote bedrijven, een “zorgplicht” heeft om de CO₂-uitstoot te reduceren. Volgens het Hof voldoet Shell hieraan door zijn eigen reductiedoelen voor 2030 en 2050 te stellen.
Shell is tevreden met de uitspraak en ziet hierin bevestiging dat het eigen beleid aansluit op het klimaatdoel van netto nul-uitstoot in 2050. CEO Wael Sawan verklaarde: “We blijven ons richten op een verantwoorde energietransitie en investeren hierin.”
Milieudefensie toont zich diep teleurgesteld. Directeur Donald Pols noemt het besluit een “gemiste kans” en benadrukt dat de strijd tegen grote vervuilers doorgaat: “Deze uitspraak raakt ons, maar we geven niet op. Grote bedrijven dragen wel degelijk een verantwoordelijkheid in het tegengaan van gevaarlijke klimaatverandering.” Het is nog onbekend of Milieudefensie in cassatie gaat bij de Hoge Raad, een beslissing die de organisatie in de komende drie maanden kan nemen.