Hoe is dit mogelijk?
De meeste sportwagens wekken hun downforce op via aerodynamische elementen zoals spoilers en diffusers. Maar de McMurtry Spéirling gebruikt een andere aanpak. Twee enorme ventilatoren zuigen lucht onder de auto vandaan, waardoor een vacuüm ontstaat dat 4.400 kilogram aan neerwaartse kracht genereert – zelfs bij stilstand. Dat is twee keer zoveel als het gewicht van de auto zelf.

Hierdoor is de Spéirling in theorie in staat om ondersteboven te rijden. En dat is precies wat McMurtry nu heeft bewezen.
 


Geen tunnel, maar een gigantisch spit
Omdat er geen tunnels bestaan waar je een auto ondersteboven doorheen kunt jagen, bouwde McMurtry zelf een testopstelling. In plaats van op snelheid door een buis te racen, werd de Spéirling langzaam ondersteboven gedraaid op een speciaal platform – een soort enorme vierkoloms brug met een draaiend wegdek.

Met de fans op volle kracht en testcoureur Thomas Yates achter het stuur, werd de auto ondersteboven gezet. En ja hoor, de Spéirling reed echt een stukje vooruit – ondersteboven. Daarna draaide de constructie weer terug en sloot Yates het spektakel af met een stevige burnout. Gewoon, omdat het kan.

Een indrukwekkend prototype
Voor de test gebruikte McMurtry een prototype van de Spéirling Pure, de versie die ook het record op de Top Gear-testbaan heeft verpulverd. Daar was de elektrische hypercar 3,1 seconden sneller dan zijn vorige record, en zelfs sneller dan een oude Renault Formule 1-wagen.

Het testmodel droeg dezelfde livery als de eerste conceptversie uit 2021, maar aangepast met grappige details voor de onderstebovenrit – typisch Britse humor, volgens McMurtry.

Fan cars: terug van weggeweest
De Spéirling is niet de eerste auto die gebruikmaakt van ventilatoren voor extra grip. De Chaparral 2J uit 1970 en de Brabham BT46B van Gordon Murray deden dat ook. Murray bracht het concept terug met zijn GMA T.50, maar McMurtry is de eerste fabrikant die het idee in productie bracht met zulke extreme resultaten.