In 2009-2010 groeide de Chinese economie snel, wat leidde tot meer auto's en meer vervuiling. Om dit aan te pakken, introduceerde de Chinese overheid een reeks stimuleringsmaatregelen om de productie en verkoop van emissievrije voertuigen te vergroten. Kopers van groene auto's kregen tot 60.000 yuan (ongeveer 8.000 euro) korting. Lokale overheden voegden extra bonussen en beperkingen op verbrandingsmotoren toe.

Beijing steunde ook de productie van binnenlandse merken, wat leidde tot de opkomst van nieuwe merken, hoewel veel daarvan uiteindelijk verdwenen. Het stimuleringsprogramma liep tot eind 2022 en kostte een flinke 200 miljard yuan (27 miljard euro). De gevolgen zijn nog steeds merkbaar, met name het risico van overproductie, waardoor veel fabrikanten naar Europa kijken voor nieuwe markten.

Brussel en Washington onderzoeken nu de import en export tussen Europa en China. Ze verdenken China van 'dumping', waarbij goederen in het buitenland tegen lagere prijzen worden verkocht dan in eigen land of zelfs lager dan de productiekosten.

Vandaag de dag verdubbelt de VS de prijzen van elektrische auto's uit China, wat tot bijwerkingen kan leiden. Europa overweegt tegenmaatregelen die kunnen resulteren in extra en strafheffingen voor Chinese voertuigen. Deze heffingen zouden tussen de zomer en de herfst ingaan en de huidige tarieven van 25% voor Europese autobouwers die China binnenkomen, en slechts 10% voor Aziatische merken die de andere kant op gaan, overschrijven.

Ondertussen proberen Chinese fabrikanten de nieuwe tarieven te omzeilen door een thuisbasis in de EU te zoeken. BYD heeft al een fabriek voor elektrische auto's in Hongarije aangekondigd, die binnen drie jaar operationeel zal zijn. De situatie blijft echter voortdurend in ontwikkeling.