BMW heeft Brussel gevraagd om lagere tarieven te berekenen voor de import van de in China geproduceerde elektrische Mini naar Europa. Deze auto valt momenteel onder de voorlopige EU-verordening die de hoogste invoerrechten oplegt. Een bron meldt dat de zet is bedoeld om het model op te nemen in de groep van bedrijven die meewerkten aan het onderzoek, waardoor de accijnzen zouden dalen naar 20,8%.

Vorige week kondigde de Europese Commissie voorlopige invoerrechten aan op elektrische voertuigen die in China geproduceerd worden. EV-producenten hebben tot 18 juli de tijd om te reageren. Omdat BMW’s in China geproduceerde elektrische Mini nog maar enkele maanden wordt geproduceerd, werd dit model niet meegenomen in de steekproefanalyse van de Europese Commissie. Hierdoor zijn deze auto’s automatisch onderworpen aan het hoogste tarief van 37,6%.

BMW verwacht dat zijn elektrische Mini uiteindelijk een lager tarief zal krijgen. Een officiële procedure voor nieuwkomers op de markt om lagere rechten aan te vragen wordt pas in het najaar mogelijk, zodra de definitieve rechten zijn vastgesteld. In het kader van het EU-proces kan elk bedrijf dat niet vertegenwoordigd was in de steekproefgroepen om een "versneld nieuw onderzoek" vragen, net na de instelling van definitieve maatregelen.

De productie van de elektrische Mini begon vorig jaar in samenwerking met Great Wall Motors in China. Omdat de productie nog maar net was begonnen, kon de fabriek niet voldoen aan de gedetailleerde eisen van het onderzoek, wat resulteerde in het hoogste tarief. De huidige, voorlopige heffingen gelden voor vier maanden, te beginnen op 4 juli. BMW hoopt dat een versnelde beoordeling ertoe zal leiden dat de elektrische Mini een eigen importtarief krijgt.