EU blijft onderhandelen met China over invoerheffing op elektrische auto's
De Europese Commissie blijft met China in gesprek over de mogelijke extra invoerheffingen op elektrische auto's. Ondertussen wordt het onderzoek naar Chinese staatssteun aan fabrikanten van elektrische voertuigen voortgezet.
Op 4 oktober besloten de EU-lidstaten om extra importheffingen op Chinese elektrische auto's in te voeren. Voor sommige autofabrikanten, zoals SAIC en Geely, werden de tarieven licht verlaagd naar respectievelijk 35,3 procent en 18,8 procent. Voor BYD blijft de heffing op 17 procent staan. Deze percentages worden bovenop de standaard importheffing van 10 procent gelegd.
Bedrijven die niet meewerken aan het onderzoek kunnen vanaf 31 oktober rekenen op een extra heffing van 35,3 procent. Voor producenten die wel samenwerken is dit percentage vastgesteld op 20,7 procent, wat iets lager is dan het oorspronkelijke voorstel van de Europese Commissie. De invoerheffingen zullen vijf jaar van kracht zijn, tenzij de Commissie eerder een akkoord bereikt met een of meer bedrijven. Dit kan voor of na 30 oktober gebeuren. “We blijven openstaan voor oplossingen,” aldus een woordvoerder van de Commissie.
De invoerheffingen zullen door de EU-lidstaten zelf worden geïnd, waarbij een deel van de opbrengst in de eigen kas mag blijven en de rest naar de Europese begroting gaat.
De woordvoerder van de Commissie gaf geen details over de stemming onder de lidstaten. Verschillende bronnen meldden echter dat de meningen sterk verdeeld waren, waarbij Duitsland en Hongarije tegenstemd hebben en veel andere landen zich van stemming onthielden. Ondanks de verdeeldheid gaat de Commissie verder met de huidige plannen.
In Duitsland nemen de zorgen over de impact van de maatregelen op de auto-industrie toe. Volgens deskundigen zouden slecht presterende dealerbedrijven en leasemaatschappijen in de problemen kunnen komen als gevolg van de invoerheffingen.