Christenunie en D66 pleiten voor hogere belastingkorting op elektrische auto's
ChristenUnie en D66 willen dat elektrische auto's vanaf 2026 een hogere belastingkorting krijgen op de motorrijtuigenbelasting dan nu in het Belastingplan is opgenomen. Dit voorstel moet de fiscale positie van elektrische auto’s verbeteren en de overstap naar emissievrije voertuigen aantrekkelijker maken.
In een recent amendement stellen Pieter Grinwis (ChristenUnie) en Hans Vijlbrief (D66) dat de geplande verlaging van de belastingkorting voor elektrische auto’s een beetje te snel gaat. Het huidige Belastingplan verlaagde de korting van 40 naar 25 procent voor de periode 2026-2028. Het oorspronkelijke voorstel in de Voorjaarsnota, waarin de korting op 40 procent bleef tot 2028, is volgens Grinwis en Vijlbrief gunstiger voor elektrische rijders. "Het accupakket van een elektrische auto maakt deze voertuigen zwaarder, en zonder een hogere korting kunnen elektrische auto’s duurder uitvallen dan fossiele auto's," verklaren zij. Dit zou een negatieve impact hebben op de transitie naar schoner vervoer en de emissiedoelstellingen voor 2030.
Om het verlies aan inkomsten te compenseren, stellen Grinwis en Vijlbrief voor om de motorrijtuigenbelasting voor alle personen- en bestelauto's tijdelijk met 7,5 procent te verhogen van 2026 tot 2030. Dit zou betekenen dat niemand minder dan de benzinerijders de lasten dragen voor de verlengde korting voor elektrische voertuigen. Per 2031 zouden zowel de verhoging als de korting vervallen en wordt de motorrijtuigenbelasting evenredig verlaagd met 6,98 procent.
Het amendement komt voort uit zorgen dat de versnelde verlaging van de belastingkorting elektrische auto’s benadeelt. Grinwis en Vijlbrief benadrukken dat het cruciaal is om elektrisch rijden betaalbaar te houden om de doelen van het kabinet voor emissiereductie te behalen.