Fraude en dalende opbrengsten zetten bpm onder druk

De autobelasting bpm (belasting op personenauto’s en motorrijwielen) levert steeds minder op voor de schatkist, terwijl fraude ermee steeds vaker voorkomt. Experts pleiten voor het afschaffen van de belasting of het langzaam uitfaseren ervan, omdat de uitvoering ervan veel werk en kosten met zich meebrengt, terwijl de opbrengst afneemt. De Belastingdienst loopt dagelijks een miljoen euro mis door slimme trucjes van handelaren en criminelen, al moet dat getal met tikkeltje zout genomen worden natuurlijk.
Sinds de introductie van de bpm in 2013 wordt de hoogte van de belasting berekend op basis van de CO2-uitstoot van een auto. Het starttarief bedraagt €667, en hoe vervuilender de auto, hoe hoger het belastingbedrag. Voor elektrische voertuigen wordt alleen het starttarief betaald. Desondanks is de belasting steeds minder rendabel, met als gevolg een daling van de opbrengsten van meer dan drie miljard euro naar naar verwachting slechts €500 miljoen in 2035, wanneer vrijwel alle nieuwe auto's emissieloos zullen zijn.
Fraude door "schades" en schadeauto’s
De bpm blijkt fraudegevoelig. Criminelen maken regelmatig gebruik van mazen in de wet om de belasting te verlagen. Een veelgebruikte methode is het laten taxeren van zogenaamde schadeauto’s, waarvan de schade wordt opgeblazen of zelfs gefingeerd, om zo de bpm lager uit te laten vallen. Dit zorgt niet alleen voor verlies van belastinginkomsten, maar veroorzaakt ook veel werk voor de Belastingdienst en rechtszaken voor de overbelaste rechtspraak. De Belastingdienst verliest per dag naar schatting één miljoen euro door dergelijke fraudepraktijken.
Daarnaast worden auto’s met lage bpm steeds minder gewild, omdat handelaren vaak weigeren om ze in te ruilen. Consumenten hebben weinig inzicht in of de bpm daadwerkelijk correct is afgedragen, waardoor zij uiteindelijk met schade zitten. De ANWB wijst op de risico’s voor autokopers die in de val lopen door deze praktijken. Er is namelijk geen eenvoudig controlemechanisme voor consumenten om te verifiëren of de bpm correct is berekend.
Kritiek op het systeem en pleidooien voor verandering
De BOVAG, de brancheorganisatie voor de autobezitters en -handelaren, is van mening dat de bpm niet langer houdbaar is en pleit voor een geleidelijke afschaffing van de belasting. Peter Niesink, voorzitter van BOVAG, stelt voor dat de belasting op termijn kan worden vervangen door andere autobelastingen, zodat de belastingdruk voor de consument behouden blijft, maar zonder de administratieve rompslomp en fraudegevoeligheid die de bpm nu met zich meebrengt. De BOVAG noemt 2035 als een haalbaar moment om de bpm uit te faseren, aangezien tegen die tijd vrijwel alle auto’s uitstootvrij zullen zijn.
De RAI Vereniging, die de belangen van de autobezitters vertegenwoordigt, steunt dit idee, zij het met enige terughoudendheid. Ze pleiten ervoor de bpm in ieder geval te bevriezen om zo te voorkomen dat de belasting verder verhoogd wordt, vooral voor elektrische voertuigen.
Toekomst van de bpm
Er wordt in de politieke en zakelijke wereld steeds meer steun gevonden voor de afschaffing van de bpm, gezien de dalende opbrengsten en de toenemende fraude. Desondanks zal het waarschijnlijk nog enige tijd duren voordat deze belasting daadwerkelijk verdwijnt, met 2035 als mogelijke horizon. Tot die tijd blijft de vraag of de belasting kan worden herzien of aangepast om het voor zowel de overheid als de consument werkbaar te houden, zonder de negatieve bijwerkingen van de huidige situatie.