Rekenfout bij Belastingdienst levert provincies miljoenen extra op

De Belastingdienst heeft per ongeluk tientallen miljoenen euro’s te veel aan wegenbelasting uitgekeerd aan provincies. De fout ontstond bij de berekening van de uitkering voor 2024 en 2025. Nu wordt bekeken of het teveel betaalde bedrag moet worden teruggevorderd of verrekend.
Provincies kregen meer dan begroot
Uit onderzoek blijkt dat meerdere provincies aanzienlijk meer geld hebben ontvangen dan ze vooraf hadden ingeschat. Zo kreeg Zuid-Holland vorig jaar 404 miljoen euro aan motorrijtuigenbelasting (mrb) uitgekeerd, terwijl er slechts 391 miljoen was begroot. De provincie dacht aanvankelijk dat de toename van het aantal voertuigen en het stijgende gemiddelde gewicht van auto’s de verklaring was.
Geen fout bij automobilist
Belangrijk detail: de fout zit niet in het innen van de mrb bij automobilisten. Weggebruikers hebben dus niet te veel of te weinig betaald. Het gaat puur om de verdeling van die belasting naar de provincies.
Belastingdienst onderzoekt per provincie
De Belastingdienst heeft bevestigd dat er een rekenfout is gemaakt. “We voeren constructieve gesprekken met de provincies over hoe we dit op een goede en praktische manier kunnen oplossen,” zegt een woordvoerder tegen NU.nl. Wanneer duidelijk wordt hoeveel elke provincie precies moet terugbetalen of verrekenen, is nog onbekend.
Zuid-Holland verwacht later deze maand meer duidelijkheid van de Belastingdienst. Gedeputeerde Mariëtte van Leeuwen (BBB) geeft aan dat er bij de provincie geen belletje ging rinkelen toen het geld binnenkwam.
Wegenbelasting: hoe zit het ook alweer?
De motorrijtuigenbelasting wordt centraal geïnd door de Belastingdienst. Een deel daarvan gaat via zogeheten opcenten naar de provincies. Die opcenten worden door provincies zelf vastgesteld, binnen grenzen die de rijksoverheid bepaalt. Zuid-Holland is hierbij de duurste provincie, terwijl Overijssel de goedkoopste is.