Wat doet het start-stopsysteem eigenlijk?
Het start-stopsysteem schakelt automatisch de motor uit zodra je stilstaat, bijvoorbeeld bij een rood licht of in de file. Zodra je de koppeling intrapt of de rem loslaat, springt de motor weer aan. Het systeem is ontworpen om brandstof te besparen en de uitstoot te verlagen. In Europa helpt het autofabrikanten bovendien om aan strenge CO2-normen te voldoen.

Volgens de Duitse ANWB (ADAC) kan het systeem in stadsverkeer tot vijftien procent brandstof besparen, mits je langer dan dertig seconden stilstaat. Toch zet een flinke groep automobilisten het systeem bij elke rit direct uit.

EPA keert zich tegen de technologie
In de Verenigde Staten heeft het Environmental Protection Agency (EPA) zich nu tegen de technologie gekeerd. De nieuwe directeur, Trump-aanhanger Lee Zeldin, schrijft op X: “Start/stop-technologie: waarbij je auto bij elk rood licht uitvalt zodat bedrijven een klimaat-deelnameprijs krijgen. De EPA heeft het goedgekeurd en iedereen haat het, dus wij lossen het op.”

Wat Zeldin precies bedoelt met ‘oplossen’ is nog onduidelijk. Het ligt voor de hand dat hij doelt op het schrappen van de verplichting of het verwijderen van de invloed van start-stop op officiële emissietests.

Komt het systeem ook in Europa onder druk?
Voorlopig lijkt Europa het start-stopsysteem te behouden. De winst in uitstootreductie en brandstofbesparing is hier simpelweg te belangrijk. Autofabrikanten riskeren hoge boetes bij overschrijding van CO2-grenzen, en elke gram telt.

Bovendien neemt het nut van het systeem vanzelf af. Plug-in hybrides en elektrische auto’s rijden immers al stil bij lage snelheid of stilstand, waardoor de functie daar overbodig is. Voor wie zich blijft ergeren aan de functie, is er een simpele oplossing: één druk op de knop en het systeem is uit.