Italië schrapt miljarden aan steun voor auto-industrie
Italië heeft plannen aangekondigd om 4,6 miljard euro aan overheidssteun aan de auto-industrie te schrappen, wat tot felle kritiek leidt en de relatie tussen de regering en autofabrikant Stellantis verder onder druk zet. Deze bezuiniging komt op een cruciaal moment nu de verkoop van elektrische voertuigen (EV's) wereldwijd hapert en beleidsverschillen de overgang naar groene technologie bemoeilijken.
In 2022 stelde de regering van toenmalig premier Mario Draghi 8,7 miljard euro aan steun beschikbaar voor de Italiaanse auto-industrie, met als doel de sector tot 2030 te helpen bij de groene transitie. Dit fonds was bedoeld om de productie van EV’s te stimuleren en de positie van Italiaanse automerken te versterken. Echter, volgens de begroting van 2024 wil de huidige regering onder premier Giorgia Meloni 4,6 miljard euro van dit budget herbestemmen, wat neerkomt op een significante verlaging van de jaarlijkse subsidies. In plaats van de eerder geplande 762 miljoen euro in 2025 en een miljard euro per jaar voor de jaren 2026 tot 2030, zou er slechts 200 miljoen euro per jaar overblijven.
De bedrijfslobby ANFIA reageerde afkeurend en noemde de beslissing een “onaanvaardbare verrassing.” Volgens ANFIA is de maatregel in tegenspraak met de inspanningen die Italië in Europa levert om gunstigere regelgeving voor de auto-industrie te verkrijgen. De oppositiepartij Democratische Partij (PD) ging nog een stap verder door het ontslag van minister van Industrie Adolfo Urso te eisen, terwijl CEO Carlos Tavares van Stellantis recent in het Italiaanse parlement stelde dat Italië al minder steunt dan andere Europese landen.
De begrotingsplannen vereisen nog goedkeuring door het parlement, wat voor eind december wordt verwacht. De meeste bezuinigingen staan gepland voor de periode 2028-2030, met een geschatte vermindering van 2,4 miljard euro. Minister van Economische Zaken Giancarlo Giorgetti, verantwoordelijk voor het huidige begrotingsvoorstel, gaf aan dat deze verschuiving van fondsen noodzakelijk is om andere beleidsprioriteiten te kunnen financieren.
Ondanks de bezuinigingen benadrukt minister Urso dat de Italiaanse auto-industrie toegang moet blijven houden tot de middelen die nodig zijn voor de groene transitie. Hij stelt dat er extra aandacht zal zijn voor de toeleveringsketen van componenten, waarin Italië volgens hem een sterke positie heeft. Urso benadrukte verder dat de overheid geen nieuwe stimulansen zal bieden om consumenten aan te moedigen EV's aan te schaffen, waardoor de binnenlandse vraag mogelijk minder zal groeien.
De beslissing kan de spanningen tussen de Italiaanse regering en Stellantis, de grootste autofabrikant in Italië, verergeren. Stellantis heeft kritiek gekregen vanwege de dalende productie in Italië en de verplaatsing van de productie van bepaalde iconische Italiaanse merken zoals Fiat, Lancia en Alfa Romeo naar het buitenland. De autofabrikant gaf aan dat het opkrikken van de Italiaanse productie naar één miljoen eenheden afhangt van overheidssteun, waaronder subsidies voor EV-aankopen.