Europese autofabrikanten slaan alarm: kleine auto's dreigen te verdwijnen

Kleine auto’s dreigen te verdwijnen uit het Europese straatbeeld. Niet omdat consumenten ze niet meer willen, maar omdat autofabrikanten ze onder de huidige regels nauwelijks nog rendabel kunnen produceren. Dat stellen Luca de Meo (Renault) en John Elkann (Stellantis) in een opvallend gezamenlijk pleidooi voor aangepaste Europese regelgeving.
Te veel regels, te weinig winst
In een interview met Le Figaro uiten beide topmannen hun zorgen over de toekomst van betaalbare auto’s in Europa. “Wat we vragen is een andere regelgeving voor kleinere auto’s,” zegt De Meo. Volgens hem en Elkann zijn de huidige eisen grotendeels afgestemd op grote en dure modellen. Kleine stadsauto’s moeten aan dezelfde complexe regels voldoen als luxe sedans, wat de kostprijs enorm opdrijft. “Winstgevend produceren wordt bijna onmogelijk,” aldus De Meo.
Europese industrie onder druk
De gevolgen blijven niet beperkt tot de modellenkeuze. De Meo en Elkann waarschuwen dat de productie van kleine auto’s binnen Europa op termijn volledig zal verdwijnen als Brussel niet ingrijpt. Elkann stelt dat de Europese automarkt al vijf jaar achteruitgaat en noemt de situatie “strategisch zorgwekkend”. Waar er in 2019 nog achttien miljoen auto’s werden verkocht in de EU, het VK en Zwitserland samen, waren dat er vorig jaar slechts vijftien miljoen. “Zonder koerswijziging halveren we tegen 2035,” waarschuwt hij.
Lichte auto’s zwaarder belast
Ironisch genoeg hebben de Europese klimaatregels geleid tot een tegenovergesteld effect: auto’s worden juist zwaarder en complexer. Terwijl kleine, lichte en zuinige auto’s zoals de Renault Clio of Citroën C3 verdwijnen, stijgt het aandeel grote SUV’s. Volgens De Meo is dit grotendeels te wijten aan regelgeving: “Bijna 93 procent van de stijgende kosten komt door wetgeving.” De verplichting tot bijvoorbeeld rijstrookassistentie is voor een auto die vooral in de stad rijdt niet altijd logisch of nuttig, stellen de fabrikanten.
Een pleidooi voor technologie-neutrale aanpak
De autofabrikanten benadrukken dat zij niet tegen elektrificatie zijn, maar pleiten voor meer technologische vrijheid. Zo willen ze dat Europa alternatieven zoals “range extenders” en hybride technologie niet uitsluit. Volgens De Meo moet het doel CO2-reductie zijn, niet een dogmatische keuze voor een aandrijfvorm.
Frankrijk, Italië en Spanje aan zet
Volgens De Meo en Elkann moeten met name Frankrijk, Italië en Spanje het voortouw nemen, omdat daar de vraag én productie van kleine auto’s het grootst is. Duitsland, waar vooral duurdere modellen geproduceerd worden, lijkt minder belang te hebben bij regelgeving die gunstig is voor het B-segment. “Als we nu geen actie ondernemen, is Europa straks geen maakindustrie meer, maar enkel een afzetmarkt,” aldus Elkann.
Tijd dringt
Beide leiders roepen de Europese politiek op om in 2025 knopen door te hakken. “We zijn geen nostalgici van de twintigste eeuw,” zegt De Meo. “We zijn industriëlen van de eenentwintigste. Geef ons de ruimte, en wij leveren propere, betaalbare auto’s voor iedereen.”