De Duitse autobouwer Volkswagen heeft een akkoord gesloten met vakbond IG Metall om fabriekslocaties in Duitsland open te houden. Dit betekent dat aangekondigde sluitingen van onder andere de vestigingen in Zwickau en Emden van de baan zijn. Wel worden in de fabrieken van Dresden en Osnabrück de activiteiten afgebouwd, waarbij de locatie in Dresden mogelijk gesloten of omgebouwd wordt. De maatregelen maken deel uit van een groter plan om 4 miljard euro te besparen.

De besparingen gaan echter gepaard met pijnlijke maatregelen. Tot 2030 verdwijnen er 35.000 banen bij Volkswagen, terwijl het resterende personeel genoegen moet nemen met een lager loon en minder bonussen. Gedwongen ontslagen blijven uit, en werknemers houden een baangarantie. De vakbond noemt de uitkomst "pijnlijk maar noodzakelijk" en spreekt van een belangrijke stap om banen en de productie in Duitsland te behouden.

Volkswagen verkeert al geruime tijd in zwaar weer. Het concern kampt met toenemende concurrentie uit China en tegenvallende verkopen van elektrische voertuigen. Eerdere plannen om drie Duitse fabrieken te sluiten en 17 miljard euro te besparen, leidden tot grote onrust onder werknemers en maandenlange stakingen. Ook de Duitse politiek, waaronder bondskanselier Olaf Scholz, drong aan op behoud van de fabrieken.

Volgens Volkswagen-directeur Thomas Schäfer bieden de afspraken haalbare oplossingen voor de uitdagingen van het bedrijf: "We hebben de overcapaciteit teruggedrongen, de arbeidskosten verlaagd en de ontwikkelingskosten aangepast." Ondanks het akkoord blijft de toekomst onzeker. De elektrische modellen van Volkswagen verkopen slecht, en de concurrentie groeit.

Met dit akkoord is een historische onderhandelingsperiode afgesloten. De gesprekken tussen de directie en de ondernemingsraad liepen uit tot ruim zestig uur, een record in de meer dan tachtigjarige geschiedenis van Volkswagen.