Een groep Rotterdamse ondernemers probeerde 260 BMW's, die door een brand beschadigd waren, op de markt te brengen. De Duitse autofabrikant verzette zich hiertegen vanwege veiligheidszorgen en mogelijke reputatieschade. De Fremantle Highway, een autotransportschip, vloog op 25 juli vorig jaar boven de Waddenzee in brand met meer dan 3.700 auto's aan boord. Nadat de brand was geblust, werden de auto's in Eemshaven uitgeladen.

Ondernemers uit Rotterdam kochten de BMW's via een tussenhandelaar voor 5,1 miljoen euro. De auto's waren afkomstig van een Taiwanees verzekeringsbedrijf. BMW legde echter direct beslag op de voertuigen, omdat ze door de brand te veel zouden zijn aangetast en alleen sloop als oplossing zagen.

Na zes maanden wachttijd stapten de Rotterdamse ondernemers naar de rechter om het beslag op te heffen. Ze wilden de auto's snel kunnen verkopen, omdat ze vonden dat de schade beperkt was tot roetafzetting. De rechter wees echter hun voorstel af om de auto's alleen buiten Europa te verkopen. Volgens de rechter blijft het verbod van kracht en moeten de Rotterdamse ondernemers een boete van 250 duizend euro betalen voor elke BMW die ze toch verkopen, met een maximum van 50 miljoen euro.