De Europese Commissie heeft aan Volkswagen en BMW laten weten dat zij mogelijk als ‘samenwerkende bedrijven’ worden geclassificeerd. Dit zou betekenen dat de invoertarieven op hun in China geproduceerde elektrische voertuigen zouden dalen van 37,6 procent naar 20,8 procent. Dit meldt persbureau Reuters op basis van bronnen die bekend zijn met de zaak.

De elektrische Mini van BMW en de Cupra Tavascan van Volkswagen, die worden geproduceerd in de fabriek van de Volkswagen Groep in Anhui, China, waren niet opgenomen in de steekproef van Brussel voorafgaand aan de tariefaankondiging. Hierdoor zouden ze automatisch onder het hoogste tarief vallen, aldus Reuters.

De Duitse auto-industrie heeft zich verzet tegen de hoge tarieven, uit angst voor vergeldingsmaatregelen vanuit China. Vorig jaar behaalde de Duitse auto-industrie een derde van haar inkomsten in China. Amerikaanse autofabrikant Tesla heeft ook verzocht om een eigen tarief.

Een definitieve beslissing over de tarieven wordt verwacht in de herfst. Voorlopig zijn de tarieven nog niet definitief vastgesteld. Een woordvoerder van de Europese Commissie liet weten dat de verzoeken van bedrijven die nog geen elektrische auto’s in China produceren, momenteel worden geanalyseerd. Bedrijven zullen de gelegenheid krijgen om commentaar te geven voordat definitieve maatregelen worden gepubliceerd.

De mogelijke verlaging van de invoertarieven zou een eerste compromis zijn dat Brussel sluit, wat de topautofabrikanten van Europa, die hun voertuigen in China produceren en naar Europa importeren, zou helpen.