Van veelbelovende start tot abrupt einde
Canoo werd in 2017 opgericht door Stefan Krause en Ulrich Kranz, twee voormalige topmannen van BMW. Met ambitieuze plannen en grote namen aan boord leek het bedrijf klaar om een belangrijke speler te worden in de EV-markt. Het futuristische design van hun voertuigen wekte veel interesse en er werden orders geplaatst door onder andere Walmart, NASA en leasemaatschappijen.

In 2021 maakte Canoo bekend dat de productie van hun elektrische busjes zou plaatsvinden bij VDL Nedcar in Nederland. Dit werd gezien als een mooie kans voor de Nederlandse automotive-sector, maar slechts een maand later trok het bedrijf deze plannen terug. Sindsdien ging het snel bergafwaarts met Canoo, mede door hoge kosten, rechtszaken en het vertrek van topmanagers.

Faillissement onafwendbaar
De afgelopen jaren leed Canoo honderden miljoenen dollars verlies. Pogingen om nieuwe financiering te vinden, zowel in de VS als in het buitenland, mislukten. Ook steun van het Amerikaanse ministerie van Energie bleef uit. Uiteindelijk restte de Raad van Bestuur niets anders dan faillissement aan te vragen. De activa van het bedrijf worden nu onder gerechtelijk toezicht verkocht.

Canoo-CEO Tony Aquila reageerde teleurgesteld: “We betreuren de uitkomst, maar willen onze klanten en partners bedanken voor hun vertrouwen in onze visie.”

Gevolgen voor Europa en Nederland
Hoewel Canoo in 2024 nog een Activation Center opende in het Verenigd Koninkrijk, werden er nooit auto’s in Europa verkocht. Voor Nederland betekent het faillissement een definitief einde aan de hoop dat VDL Nedcar duizenden elektrische voertuigen voor Canoo zou bouwen. Dit markeert niet alleen het failliet van Canoo, maar ook een gemiste kans voor de Europese introductie van een veelbelovende nieuwe speler.